Abonneer je nu voor nieuwe artikelen in deze categorie!
111. Pamplona…
11 augustus 2011
Larrasoane-Cizur Menor: 20 km.
dag 103, totaal: 2107 km.
De wekker gaat om 5 uur af deze morgen. We zijn niet de eersten. In het donker pakken we onze spullen die we naar de zitruimte verplaatsen. Ontbijten is er hier niet bij, we zijn aangewezen op twee automaten die op straat onder een afdakje staan. We trekken fruitsap en lopen aan. Een pak boterkoekjes met het fruitsap moeten voldoende zijn de eerste stop in Trinidad de Arre te halen, ongeveer 2,5 uur verder. Maar voor die tijd passeren we nog de dorpjes Zuriain, Irotz en Arleta. Namen waar we nog nooit van gehoord hebben en waar je niet gauw zult komen als je de Camino niet loopt. In deze dorpjes is niets te beleven en alle kerkjes zijn gesloten. In Zuriain is een bar waar ontbijt te krijgen is. De koekjes liggen nog goed in onze maag dus geen stop hier voor ons.
De route is overal goed gemarkeerd met de blauwe tegel. met gele schelp, de gele pijlen en de rood/wit markering. Daarbij loopt er altijd wel iemand voor je op de Camino. Het
is een rare gewaarwording. Vanuit Nederland tot aan Le Puy en Velay weinig pelgrims. Vanaf Le Puy en Velay tot Saint Jean Pied de Port meer pelgrims wat ons af en toe noodzaakte om gites te reserveren. Maar vanaf Saint Jean Pied de Port is het een gekkenhuis geworden met pelgrims. Reserveren kan alleen in privé-alberques maar is absoluut niet nodig. In elke plaats zijn albergues en in de wat grotere plaatsen zijn er meer dan voldoende, verschillende met over de 100 bedden. Met bosjes komen ze in de middag binnen lopen. Vroeg aankomen is goed voor lichaam en geest. Het spaart energie omdat je het warmste moment van de dag binnen bent. Je heb eerste keus op de slaapzaal en je kunt op je gemak douchen en wassen. Daarbij ook tijd voor een dutje in de middag. Je moet zorgen dat de hitte je niet sloopt.
We lopen Trinidad de Arre binnen over de middeleeuwse brug en lopen langs het klooster waar de stad naar genoemd is. Er is een pelgrimsherberg bij. We lezen dat de eerste pelgrimsherberg hier al in de 12e eeuw werd ingericht. Iets verderop onze eerste rust op het terras bij een café. Koffie met een dikbelegd broodje gezond met vette saus. Het vult goed.
We naderen Pamplona en lopen de stad binnen over de beroemde "Puente de Magdalena", ook weer een middeleeuwse brug. We lopen langs de stadsmuren en vestingwal tot over de ophaalbrug, de eerste van de twee stadspoorten die ons toegang geven tot de oude binnenstad van Pamplona. Een indrukwekkende stad die door de Romeinen is gesticht en in de middeleeuwen de hoofdstad was van een rijk dat zich uitstrekte tot ver voorbij de Pyreneeën. Oorspronkelijk werd er Baskisch gesproken en heeft de stad eeuwen lang de invloed van Frankrijk ondergaan. In de 16e eeuw werd Pamplona evenals het grootste deel van het koninkrijk Navarra ingelijfd bij Spanje.
Deze informatie komt niet uit de losse bol maar krijgen we hier allemaal mee. Het ziet er netjes uit in Pamplona, de straten zijn net geveegd en met water bespoten. De kathedraal lopen we voorbij omdat alleen via het museum bezocht kan worden. We komen voor langs het gemeentehuis, een prachtig oud maar gerestaureerd gebouw met vlaggenwerk en bloemen aan de voorgevel.
Links ervan is de "Calla Estafeta" waar tijdens de "Sanfermines" de bekende stierenloop van Pamplona wordt gehouden. Sanfermines zijn de feesten van de beschermheilige San Fermi, die hier elk jaar van 6 tot 14 juli worden gevierd. Kort bij ligt ook de arena voor stierengevechten.
Grappig zijn de voetgangersoversteeklichten die zowel bij rood als bij groen het aantal seconden wachttijd aftellend aangeven. Buiten de oude binnenstad is de route goed op de grond aangegeven met grote blauwe vlakken met de gele schelp. Via het park dat ons langs de citadel voert, lopen we de stad uit naar Cizur Menur, een klein plaatsje waar we inchecken bij de alberques van de Orde van Malta. Een rode vlag met het typische Maltezer kruis bij de kerk geeft aan waar we moeten zijn.
Een zaal met 22 bedden en bijna allemaal nog vrij. De hospitalero spreekt alleen Spaans, wat voor ons nog onbekend is. Gelukkig staan alle huisregels ook in Engels en Frans geschreven. Hugo is met Miriam (ezel) ook aangekomen bij de Orde van Malta. Miriam wordt
achter de kerk gestald wat ze, aan het balken te horen, niet fijn vindt. We leren haar al een beetje kennen.
Eten doen we samen met Hugo in het dorp, waar ze op verschillende plaatsen pelgrimsmenu's aanbieden.
Om 22 uur gaat ook hier het licht uit en liggen we na te dampen in bed. Het was heet deze middag, echt heet. Temperaturen waar we erg aan moeten wennen.














































































